Van patroon tot gevelbeeld


Mijn naam is Isabel de Bruijn, studente Bouwkunde aan de TU Delft. Ik heb van januari tot en met juni 2021 met veel plezier en met veel leerzame momenten stage gelopen bij ZOETMULDER. Deze stage was tevens de minor voor mijn bachelor.

Tijdens deze stage heb ik een onderzoek gedaan naar modulaire gevelbouw. Modulaire gevels bouwen is een bijzondere bouwtechniek, waarbij prefab gevelmodules extern worden geproduceerd in de fabriek en vervolgens op locatie aan elkaar worden bevestigd tot een geheel.

Modulair bouwen biedt veel kansen, doordat een gevel hierdoor snel, betaalbaar, flexibel en duurzaam te produceren is. Het nadeel van modulair bouwen, is dat het een monotoon gevelbeeld kan opleveren. Dit komt doordat de modules vaak vrij groot zijn en eentonig worden toegepast. Voor mijn onderzoek heb ik onderzocht hoe modulaire gevelbouwtechniek gebruikt kan worden om in het ontwerpproces tot een gevarieerd en interessant gevelbeeld te komen.

Mijn onderzoeksvraag luidde: welke mogelijkheid biedt modulair bouwen om een gevarieerd gevelbeeld te krijgen?

Dit heb ik onderzocht door bestaande patronen in stof en kunst te bestuderen. Deze hebben gelijkenissen met modulaire gevels. Een patroon bestaat uit een herhaling van simpele eenheden die samen een complex geheel vormen, ditzelfde geldt voor modulaire gevels.

Hierbij heb ik gekeken naar twee bekende patroonmakers: William Morris, die bloempatronen maakte op textiel en Maurits Cornelis Escher, bekend van zijn zogenaamde ‘onmogelijke’ tekeningen. Ik heb deze patronen geanalyseerd en vervolgens onderzocht of deze vertaald kunnen worden naar een gevelpatroon.

Zo worden bij de ontwerpen van William Morris de bloemen, bladeren en stelen gebruikt om het patroon samen te stellen. In de architectuur kunnen balkons, zonwering, plantenbakken en gevelopeningen op een vergelijkbare manier worden gebruikt om de modulaire gevel in te delen. Deze kennis heb ik vervolgens voor ZOETMULDER omgezet in een ontwerpstudie voor een nieuwbouwproject in Utrecht.